geschiedenis

De eerste Marokkanen en andere moslims in Rotterdam baden alleen samen op religieuze feestdagen zoals het suikerfeest en het offerfeest. Dat gebeurde op verschillende plekken, meestal in buurthuizen. Moslims, toen voornamelijk Turken en Marokkanen, hebben ook een keer gemeenschappelijk in De Doelen gebeden. De eerste Marokkaanse moskee in Rotterdam was de An-Nasr moskee in West. Daar gingen ook de gelovigen uit andere wijken heen om te bidden. Op een gegeven moment werd de Omar Ibnu ElKhattab-moskee opgericht in de Nassauhaven. De oprichter kocht daar een pand en maakte er een moskee van. Alle Marokkaanse moslims uit Rotterdam-Zuid gingen daar bidden, maar de plek was eigenlijk te klein. Het was er veel te druk. Het belang van die moskee moet niet onderschat worden. De heer Abdelkader Assbai zegt daarover:

“De moskee fungeerde als een bijenkorf waarvandaan alle bijenvolkeren vervolgens uitzwermden.”
De heer Assbai speelde een grote rol bij het oprichten van de Essalammoskee. Hij besloot samen met een goede vriend dat zij zich samen zouden inzetten voor de bouw van een nieuwe moskee in Rotterdam-Zuid. Zij kregen, via een lokaal buurthuis, hulp van een priester. Hij vrogde voor een kamer waar de heren konden vergaderen. Ook hielp hij de mannen met brieven schrijven naar de gemeente. Zij kregen zelfs iemand toegewezen die hen altijd hielp, een soort van assistent.
In 1985 kreeg de gemeenschap een basisschool toegewezen waar ze in de Ramadan mochten bidden. Dat was slechts op tijdelijke basis. Daarnaa mochten ze gebruik maken van de Ericapleinschool. In dat pand baden de mannen en gaven ze onderwijs.
Ondertussen verzamelde de gemeenschap geld voor de toekomstige moskee. De mensen wilden heel graag een nieuwe moskee. Alleen al in de Ramadan van 1986 werd er maar liefst 80.000 gulden verzameld.
Vervolgens richtten de mannen een statuut op in de zomer van 1987. Een artikel uit het statuut dat later belangrijk zou blijken, ging over de vertegenwoordiging in het bestuur. Alleen mensen uit de wijken Bloemhof, Hillessluis, Feyenoord, Afrikaanderplein, Charlois, allemaal wijken uit Rotterdam-Zuid mochten deel uitmaken van het bestuur. Uit iedere wijk werd twee mensen gekozen. Tien bestuursleden in totaal.
Abdelkader Assbai verzon de naam voor de moskee:
“Ik vond de naam mooi en omdat we vrede wilden uitstralen bedacht ik de naam: Essalammoskee. Essalam betekent ‘vrede’.”
Er kwam een pand in Charlois beschikbaar. Het was groot genoeg, maar de meeste mensen vonden het te ver weg. Ook bestond de mogelijkheid om een groot pand in Katendrecht te kopen.
“Op een gegeven moment kwam er een groep mannen uit Dublin. Zij wilden de plek voor ons kopen, maar dan moesten we alles in twee jaar afbetalen, anders werd het hun eigendom. Dat wilden wij niet accepteren.”
De gemeenschap probeerde nog wel geld in te zamelen bij andere moskeëen, maar het benodigde bedrag was te hoog. Toen gebeurde er iets anders. De heer Assbai vertelt:
“Op een dag reed ik langs van de noordpolderstraat. Op de hoek verkochten ze keukens. Ik parkeerde de auto, liep naar binnen en vroeg of ze de zaak verkochten. De baas was niet aanwezig. Ze belden hem en op een woensdag spraken we met een aantal mensen met de baas af.”
De eigenaar zei: “Ik hoorde dat jullie het pand wilden kopen?”
Abdelkader antwoordde: “Ja, dat klopt.”
“Oké, maar hoe wist je dat ik dit pand wilde verkopen?”
“Dat heb ik van een Marokkaanse vriend gehoord.”
“Oke, nou, dat is goed. Ik ga het pand aan jullie verkopen.”
De eigenaar vroeg 350.000 gulden voor het pand. Het bestond in totaal uit 12 ruimtes. De benedenverdieping bestond uit 386 m2. De onderhandelingen gingen van start. Uiteindelijk werden beide partijen het eens over het bedrag van 275.000 gulden. Inclusief andere kosten werd het uiteindelijke bedrag op 296.000 euro vastgesteld. Precies het bedrag dat de gemeenschap had verzameld.
Het pand zou na de zomervakantie leeg zijn. Dat was echter niet direct het geval, maar het gebouw kon al vrij snel officieel als moskee worden gebruikt. Er moest een hoop verbouwd worden.
Het geld daarvoor werd ook weer door de gemeenschap verzameld. Veel mensen hielpen vrijwillig mee aan de verbouwing van de moskee. Een Marokkaanse ondernemer renoveerde het gehele dak vrijwel kosteloos. Hij deed het voor de gemeenschap en voor God.
Nu het gebouw zo goed als klaar was, moest er een imam komen. Zijn komst liet enige tijd op zich wachten. Hoewel zijn al papieren geregeld waren, bleven ze bij de Marokkaanse autoriteiten liggen.
Uiteindelijk kwam de imam om de gebeden en de preken te verzorgen. Verder begon de moskee direct Koranlessen en lessen Arabisch voor kinderen te verzorgen. Al vanaf het begin wilde de moskee meer zijn dan alleen een gebedshuis.
Nog vijf jaar zou de heer Assbai de functie van bestuursvoorzitter bekleden. In 1993 leverde hij echter zijn sleutels in. Hij vond dat het na jaren vrijwilligerswerk tijd was voor een frisse wind. Hij had zijn voornaamste taak, het oprichten van de moskee, naar eigen tevredenheid volbracht. Hij bleef uiteraard wel actief en hij zou nauw betrokken blijven bij organisatorische zaken voor de moskee die hem zo na aan het hart lag.
“Wij hielden tijdens onze vergaderingen geen notulen bij. Ik schreef alleen wat kleine notities op. Dat is een les die ik aan de toekomstige verantwoordelijken wil doorgeven. Er moeten notulen worden bijgehouden.”
Na verloop van tijd werd de Essalammoskee te klein voor de gemeenschap. Het werd tijd voor een nieuwe moskee.

In de jaren ’80 en ’90 bestond het bestuur uit eerste generatie Marokkanen. Op een gegeven moment verscheen er een Marokkaans bestuurslid dat contacten had met partijen in het Midden-Oosten. Zo werd er contact gelegd met de Al-Maktoum Foundation. Nadat de Al-Maktoum Foundation had toegezegd een groot deel van de nieuw te bouwen moskee te financieren, nam het bestuur contact op met de gemeente Rotterdam. De gemeente stelde om grond te ruilen met de Essalammoskee. Ook moest er extra grond worden aangeschaft. De gemeenschap organiseerde een actie en verzamelde 250.000 gulden. De Al-Maktoum Foundation financierde het overige deel. De grond werd in 1998 aangeschaft.
Drie jaar later, in 2001, werd de eerste paal op de huidige locatie geslagen. Op een mooie werd er een groot feest gevierd met politici en vertegenwoordigers uit verschillende steden.
In 2003 begon de daadwerkelijke bouw van de moskee. Iedereen keek verheugd uit naar de realisatie van de moskee. Vreemd genoeg ging er een aantal aannemers vrij snel achter elkaar failliet waardoor de bouw enorme vertraging opliep. Drie jaar lang was er geen vooruitgang. Logischerwijs vroeg de gemeenschap zich af wat er aan de hand was. De bestuuders alsook de aannemers wilden de gemeenschap echter niet te woord staan over de gang van zaken.
De gemeenschap stuurde een brief aan de Al-Maktoum Foundation. Zij waren verbaasd dat drie opeenvolgende aannemers failliet gingen. Ze kregen echter nul op het rekest. Zij wilden geen uitleg geven, want de gemeenschap was officieel geen partij. Dat vonden zij te ver gaan en daarom besloten ze actie te ondernemen.
Toen dat gebeurde kwamen ze erachter dat het statuut was gewijzigd zonder overleg. Het deel over de vertegenwoordiging uit de wijken in Rotterdam-Zuid was verdwenen! De buitenlandse Al-Maktoum Foundation kon zo zitting nemen in het bestuur.
Om die reden richtte een groep in 2006 de “Stichting Gemeenschap EssalamMoskee” (SGEM) op met het doel de belangen te behartigen van de (Marokkaanse) gemeenschap. De stichting kreeg veel steun.
De acties vanuit de gemeenschap gingen door en de bouw van de moskee liep ondertussen vertraging op. Het duurde uiteindelijk tot 2010 voordat de moskee in gebruik genomen kon worden.
Op het moment dat de mensen het oude pand moesten verlaten in Oktober 2010, besloten ze daar uit protest te blijven zitten. Deze actie hadden ze bij de gemeente Rotterdam aangekondigd.
ebraymi zegt daarover:
“Zolang er geen oplossing kwam voor onze problemen, zouden wij in het oude pand blijven. Met een groep mensen vanuit de gemeenschap legden wij een aantal eisen op tafel, waaronder vertegenwoordiging vanuit de gemeenschap in het bestuur en een verslag van voortgang van de bouw vanaf het begin tot 2010. We bereikten uiteindelijk een akkoord en we verhuisden naar de nieuwe moskee.”
De opening van de moskee was heel mooi. Allerlei vertegenwoordigers, belanghebbenden en leden van de gemeenschap kwamen van heinde en verre. Zelfs de burgemeester was aanwezig.
Tot verbazing van de gemeenschap bleek echter al snel dat de Al-Maktoum Foundation toch de touwtjes in handen wilde houden. Dat had onder andere te maken met het feit dat het verzamelde geld vanuit de gemeenschap was verdwenen. De Al-Maktoum Foundation claimde niets van het verzamelde bedrag, 3,2 miljoen euro, gezien te hebben. De Al-Maktoum Foundation had zelf het grootste deel van de bouwkosten (ruim 8 miljoen euro) voor zijn rekening genomen en wilde daarom geen inmenging in het bestuur.
Dat kon de SGEM niet accepteren en daarom stapten zij naar de rechter. Van 2013 tot 2016 werd gepoogd getuigen van het besluit om het statuut te wijzigen in 1998 op te roepen. Uit nader onderzoek bleek er geen toestemming te zijn verleend om het statuut te wijzigen.
Na een lange strijd besloot de rechter dat het bestuur evenredig vertegenwoordigd moest worden door beide partijen, met de voorwaarde dat alle bestuursleden uit de vijf eerdergenoemde wijken in Rotterdam-Zuid moesten komen (zie deel 1). Bestuursleden van buiten werden zo feitelijk buitenspel gezet.
Uiteindelijk hebben de bestuursleden die de Al-Maktoum Foundation vertegenwoordigden zich teruggetrokken. Sinds 1 januari 2019 heeft de Essalammoskee weer een nieuw bestuur.
Er bleek veel achterstallig onderhoud te zijn. De moskee kreeg een hoognodige renovatie en is feitelijk klaar voor een nieuwe start. De lange strijd heeft veel tijd en moeite gekost, maar het werk heeft ook geloond. Nu kijkt de Essalammoskee hoopvol en met veel zin uit naar een mooie toekomst.
Dhr. M. Ebraymi verwoordt het zelf heel mooi:
“De Essalammoskee is geen normale moskee. Het is de grootste moskee van Nederland en daarmee fungeren we als spreekbuis voor de islamitische gemeenschap in Rotterdam-Zuid, maar ook breder. Wij staan een gematigde islam voor, volgens de Al-Maliki wetschool. Wij willen geen inmenging van extremistische vormen van de islam. Integendeel, wij willen de extremistische tendensen juist bestrijden. Wij zijn Nederlanders en Nederland is ons land. Wij spelen een grote rol in deze mooie samenleving.”
Deze verhalen zijn gebaseerd op getuigenissen van dhr. Abdelkader Assbai en dhr. Mohamed Ebraymi.
Wij danken ze hartelijk voor het verschaffen van deze informatie.